Al enkele dagen vraag ik me af waarover ik zal schrijven, om elke keer op hetzelfde uit te komen. Het afgelopen jaar heeft mijn leven zich namelijk afgespeeld in de beperkte ruimte van mijn eigen beleving. In de verwoording van het rouwproces dat volgde op de scheiding, heb ik termen gebruikt die ontleend zijn aan natuurfenomenen: een orkaan van woede, een tsunami van verdriet. Of dat niet wat overdreven is? Nee, want ja, het voelde alsof mijn lichaam blootgesteld werd aan intense krachten.
Als ik de natuursymboliek achterwege laat, kom ik terecht bij middeleeuwse marteltuigen. Met in de eerste plaats de mangel (ook al weet ik niet hoe dat eruitziet) en het instrument om een lichaam te vierendelen. Op sommige momenten leek het of mijn lichaam letterlijk verscheurd werd, terwijl er langs de buitenkant niets te zien was. Telkens opnieuw was er het bekomen van deze ervaringen. En met elke “bekomst” groeide het vertrouwen dat ik dit zou overleven.
Sinds korte tijd voel ik me rustiger. Ik kan het soms zelf moeilijk geloven, maar de orkaan van woede en de tsunami van verdriet zijn gaan liggen. Nu voelt het alsof er in mij een groot stil meer ligt. Af en toe steekt een boze bries de kop op als ik geraakt word, maar het merendeel van mijn wakkere en slapende uren verlopen nu rustiger. Het meer lijkt er bijna rimpelloos bij te liggen, maar als ik dichter kom, voel ik wat er allemaal in leeft. Er is een onderstroom van verdriet. Een van eenzaamheid en van verlating. En in de diepte sluimeren existentiële vragen. Is dit het nu? Is dit mijn leven voor de rest van mijn leven? Wie ben ik echt? Wat wil ik nog in de tijd die me rest?
"Mensen die mij voorgegaan zijn, getuigen van groei naar een leven waarin je gelukkig bent op en met jezelf"
Mensen die mij voorgegaan zijn, getuigen van groei naar een leven waarin je gelukkig bent op en met jezelf. Een eventuele nieuwe relatie – ooit – is dan een bonus, niet iets wat je nodig hebt. Ik geloof hen en tegelijk is er iets in mij dat twijfelt of ik ooit op dat punt ga komen. Of ik op een dag wakker zal worden en beseffen dat het leven goed is zoals het is - in mijn eentje. Of ik toch niet altijd zal blijven verlangen naar een speciale andere die mij ook bijzonder vindt.
De nieuwe relatieve rust heb ik misschien wel te danken aan de sportieve vorderingen die ik maak. Midden in de zomer ben ik begonnen met sessies personal training om mijn conditie, kracht en soepelheid te verbeteren. En wat heeft de natuur het mooi geregeld: tijdens de eerste weken boek je als beginner veel en duidelijke vooruitgang. Dit stuwt je vooruit en motiveert ongelooflijk.
Op een bepaald moment zal de progressie minderen, maar ik hoop tegen dan verslingerd te zijn aan het krachtige gevoel dat ik overhoud na het sporten. Tijdens de eerste sessie deed de trainer een oefening voor waarvan ik overtuigd was dat ik ze nooit zou kunnen. En kijk, nog geen twee weken later lukte het en nu kijk ik er zelfs naar uit. Het is een oefening waarbij ik mijn eigen gewicht draag en dat geeft mij een onwaarschijnlijk krachtig gevoel.
Ondertussen ben ik bijna een jaar alleen. Er zit in mijn systeem een hele database van data (letterlijk: datums) en sinds toen staat er ook de datum bij dat mijn eerste man het huis verliet, in oktober.
"Wat zeg je als de man, die meer dan dertig jaar niet alleen je partner maar ook je beste vriend was, voor altijd de deur achter zich dichttrekt?"
Die avond zat ik in spanning te wachten. Ik wist dat dit de dag was. Mijn lichaam zat tv te kijken, mijn geest was elders. Hij kwam beneden met een koffer en enkele tassen met kleren en schoenen. Ik weet niet of ik iets gezegd heb toen hij door de deur naar buiten stapte. Misschien mompelde ik wel “daag”, uit gewoonte. En dat was het. Want wat zeg je als de man, die meer dan dertig jaar niet alleen je partner maar ook je beste vriend was, voor altijd de deur achter zich dichttrekt?
Het beeld staat op mijn netvlies gebrand. En tegelijk merk ik op hoe ik rustig uitkijk naar die dag, verlangend naar de afronding van het eerste jaar, met alle feest-, verjaar- en andere bijzondere dagen die daarin plaatsvonden.
Het voorbije jaar heb ik hard gewerkt, vooral vanbinnen. Drie volle maanden bleef ik thuis van het werk. Vanop een afstand denk je dan aan zeeën van tijd. Voor mij voelde het als een ademzucht die zo weer voorbij was. De dagen vlogen en ’s avonds was ik moe. Rouwarbeid heeft zijn naam niet gestolen. Ondertussen ben ik voorzichtig terug aan het werk, enkele halve dagen per week, en doet dat me deugd.
Aangemoedigd door mijn supporters, zette ik het voorbije jaar stappen en waren er heel wat “eerste keren”. Van kleine, praktische dingen zoals voor het eerst zelf een meubelstuk in elkaar vijzen of naar de autokeuring gaan, tot grote stappen die moed vergden, zoals als enige ouder op vakantie gaan met mijn kinderen en hun liefjes. Die vakantie was meer dan gezellig, al was het gevoel van eenzaamheid met zijn lange tentakels nooit ver weg.
"Mijn zin in het leven en de drang om niet op te geven; plots was het daar, zonder dat ik er iets voor moest doen"
Naast de stappen en verwezenlijkingen die ik bewust zette, was er ook iets waar ik geen enkele verdienste aan heb. Het is voor mij de grootste ontdekking van het voorbije jaar. En dat is mijn zin in het leven en de drang om niet op te geven. Ik wist niet dat ik dat had, maar plots was het daar, zonder dat ik er iets voor moest doen.
Het nam het stuur over toen ik het niet meer zag. En dus kan ik niet anders dan dankbaar en vol vertrouwen het nieuwe jaar tegemoet kijken. Al wachten me ook daar nieuwe uitdagingen, zoals het nest dat binnenkort – tijdens de week – helemaal leeg zal zijn.
Mijn hart krimpt samen bij het idee dat ik dagen na elkaar zal gaan slapen en opstaan in een stil huis dat altijd gevuld is geweest met leven. Van babygekir over heldere kinderstemmetjes tot de bonkende beats van de jongvolwassenen die mijn kinderen nu zijn. Een huis op maat van een gezin, voor mij alleen. Maar nu even nog niet. Nu even nog niet.
Sofie
Comments