Ik vroeg of ik hier iets over stoïcijnse filosofie mocht schrijven. Het antwoord was niet onverwacht. 'Maar Tom, past dat wel binnen positieve psychologie en geluk?' Ik kon een glimlach niet onderdrukken. En natuurlijk, het woord stoïcijn heeft een slechte reputatie.
Mensen die zich stoïcijn noemen worden vaak afgeschilderd als gevoelloze mensen. Als koude, berekende mensen. We hebben het niet toevallig over stoïcijns kalm. Wel, voor mij is niks minder waar dan dat. Deze oude filosofie waar ik pas deze zomer vertrouwd mee raakte heeft me geleerd om dieper en oprechter in mijn gevoel te staan, meer empathie te hebben voor anderen en, in het algemeen, meer te lachen.
Deze zomervakantie nam ik bij het zitten in de tuin de tijd om 'de meditaties' van de Romeinse keizer/ filosoof Marcus Aurelius te beluisteren als luisterboek. Het was zonnig en in brokjes van een uurtje liet ik het lekker op me afkomen terwijl de passiflora groeide en de vlinders hun weg vonden naar de wilde bloemen. Ik heb een kleine tuin maar met een stoel en een drankje is het heerlijk.
Mijn moeder zal u vertellen dat ik eigenlijk altijd enkel mijn zin heb gedaan. Er was de eeuwige strijd over het opruimen van mijn kamer. Steek je hand in de lucht als je die eerder hebt gehoord. Het is een strijd die ik nu met mijn eigen kinderen voer. Dit is de stoïcijnse inkijk in de niet opgeruimde kamer. Het is niet alleen dat ik geen zin had. Ik ZAG de zin niet in van het elke weer opruimen van mijn kamer. Want mijn moeder snapte mijn systeem niet. Dat is iets wat elke chaoot zegt. Na een jaar studeren of de avond voor een toets snapte ik soms mijn eigen systeem plots niet meer en begon ik als een gek op te ruimen. Op een uurtje was dan de klus geklaard.
Een stoïcijn zou zeggen dat de wereld onder te verdelen valt in dingen die je kan controleren en dingen die je niet kan controleren. Het enige wat mijn moeder kon controleren, was haar eigen handelen. Ze kon dus mijn kamer opruimen of mijn kamer niet opruimen. De deur achter zich dichttrekken en wachten tot bij mij de paniek onherroepelijk zou toeslaan. Wat ze niet kon controleren, was of ik de zin van het opruimwerk zou zien en dus zin zou krijgen in opruimen. Waar mijn moeder niet in slaagde en waar ik nu zelf ook te weinig in slaag, is dat loslaten. Maar terwijl Marcus Aurelius met het hele Romeinse rijk moest omgaan en ik in dit voorbeeld enkel met mijn kamer, de principes zijn hetzelfde.
Het leermoment is hier: We kunnen geen gedachten lezen. Hoe harder ik probeer niet te oordelen, hoe meer ik ruimte vind om me te verplaatsen in anderen en me te focussen op wat ik zelf in de hand heb. Anderen willen ook een wedstrijd winnen. Ze verdien dat ook. Ik kan enkel mezelf zo goed mogelijk voorbereiden.
Ik weet niet waarom iemand onvriendelijk is. Maar ik heb zelf ook al minder goed in mijn vel gezeten en dat op anderen geprojecteerd. Ik neem het niet persoonlijk. Ik weet niet waarom die man me voorlaat aan de kassa. Maar hij doet wel echt zijn best om voor een vreemde een lief gebaar te stellen.
Ik help de mevrouw op de bus met de kinderwagen, niet omdat ik niet moe ben maar omdat ik zelf de situatie ken. Het is dus geen opdracht. Ik doe mijn eigen zin. Maar ik heb nu zin om een ander een prettig gevoel te geven.
Stoïcisme is op die manier een bril geworden om naar de wereld te kijken. Het verandert de wereld niet. Maar het beïnvloed wel mijn handelen en het is ook een oefening om met meer mededogen naar de wereld te kijken. Het is een vlammetje dat ik uit blijf dragen.
Tom
Comentarios