Terwijl in de tuin de lente in frisgroene schakeringen ontploft en het indringende “Here’s to love” van Jasper Steverlinck door de box klinkt, proef ik van het ijs met de warme chocoladesaus. Mijn zintuigen staan vol open. Ik geniet en tegelijk voel ik een zoete zwaarte in mijn hart. Hoe intens zijn de afgelopen maanden geweest en hoe vol kan je hart zijn? De woorden dringen binnen. Here’s to love. Want liefde, dat is het enige wat telt.
Aan het begin van de winter schreef ik in “Winterstand” hoe ik mij klaarmaakte om de cocon van het koudste en stilste seizoen in te gaan. Hoe ik bereid was om naar binnen te keren, met alle vragen, twijfels en tegenstrijdigheden die in mij leefden. Nu, zoveel maanden later, kan ik een verslag maken van die periode. Want hoe stil het langs de buitenkant ook leek, binnenin stroomde en bewoog er veel, als sapstromen in kale bomen.
Ik zette de verwarming een half graadje hoger en gunde mezelf warme theetjes, puzzels, podcasts en muziek; ik warmde op bij vriendinnen tijdens bijpraatwandelingen of -drankjes; ik sprak wekelijks af met mijn beste vriendin om samen te koken; iemand zei dat hij voor mij gebeden had en ik mocht tot tweemaal toe een handgeschreven brief ontvangen van dankbare lezers, met liefde geschreven en met heel mijn hart ontvangen, brieven die me stil maakten en die me hielpen geloven dat ik met mijn woorden mensen écht iets kan geven.
Er waren ook heftige triggers, die me soms dagenlang lam legden en mijn hart deden bevriezen of net ontvlammen. En telkens opnieuw was er de liefde die me weer deed opveren. De liefde voor en van mijn kinderen, mijn vriendinnen, mijn familie en… mezelf. Een nieuwe dimensie opende zich, als een deur in een escape room die plots blijkt naar een nieuwe kamer te leiden. Ik ontdekte de liefde in mezelf. En met die ontdekking kwam een heel nieuw gevoel van ruimte en zuurstof.
Waar ik jarenlang vocht in mezelf omdat ik me een slechte partner, moeder, collega en vriendin vond, kan ik me nu recht in de ogen aankijken en voelen dat ik een goed mens ben. Ik durf het luidop zeggen: ik ben een goede moeder, een goede collega en een goede vriendin. Daar twijfel ik niet meer aan, omdat ik weet wie ik ben en vanuit welke intenties ik leef.
Een vriend zei me “er is geen mand meer”. Op mijn vragende blik verduidelijkte hij “er is geen mand meer om door te vallen”. En met die woorden vielen zoveel puzzelstukken op hun plaats. Voor de breuk was mijn hoofddoel in de onderstroom van mijn leven om de perfectie te bereiken. Want pas dan zou ik het waard zijn om te leven en om graag gezien te worden, ook door mezelf. De scheiding is voor mij de grootste mislukking in mijn leven. Ik ben gefaald, big time. En net dat heeft me het toegangsticket tot vrijheid gegeven. Ik heb niets meer hoog te houden. Ik ben niet perfect, hoera!
Terwijl ik een jaar geleden moe en moedeloos thuis zat, voel ik me nu een bruisbal van energie. Op het werk kreeg ik onverwacht een extra verantwoordelijkheid voorgeschoteld waardoor ik helemaal uit de startblokken schoot, genietend van nog eens echt voluit te kunnen gaan. En vooral: voluit te mogen gaan van mezelf. Geen rem, niet afvragen of ik wel zo hard mag gaan, maar gewoon genieten van de wind in mijn haren.
De rouw waar ik doorgegaan ben, voelt als een harde borstel die mijn poriën opengezet heeft, waardoor het verdriet naar buiten en het leven naar binnen kon.
Ik ben een gelukkig mens. En diep, diep dankbaar.
Here’s to love!
Here’s to life!
Sofie
Comments